Grote zorgverzekeraars zetten opnieuw reserves in om de premie voor 2021 enigszins betaalbaar te maken. Bekend is ondertussen de grote verzekeraars CZ en Zilveren Kruis honderd miljoen uit de reserves hebben gehaald om de premie voor de zorgverzekering betaalbaar te houden. Mede daardoor viel al met al de impact van de stijging van de zorgpremie mee. Verwacht was dat de verschillende premies nog veel hoger uit waren gevallen.
Grote zorgverzekeraars zetten opnieuw reserves in om premies betaalbaar te houden
De grootste verzekeraars verhoogden de premies. De premie voor de basisverzekering steeg bij CZ (3,6 miljoen klanten) met 8,65 euro terwijl de premie bij VGZ (vier miljoen leden) met 4,50 euro omhoog is gegaan. De grootste, Zilveren Kruis met meer dan vijf miljoen leden, verhoogde de premie met 3 euro. Menzis maakte de zorgpremie voor 2021 zeven euro duurder. De maandpremie bij CZ komt in 2021 op 129,60 euro, VGZ weet de premie op 124,45 euro te houden terwijl de premie bij Zilveren Kruis uitkomt op 128,45. Menzis vraagt in 2021 precies 130 euro per maand.
‘Premieverhoging is logisch’
De vier grootste verzekeringen noemen de premieverhoging logisch. Het heeft, zo zeggen ze, te maken met de stijgende zorgkosten. Die zijn weer ontstaan door de hogere kosten in de zorg en de prijzen terwijl ook de medicijnen duurder zijn geworden. Bovendien worden we met elkaar steeds ouder en wordt op latere leeftijd meer gebruik gemaakt van zorg. Om die kosten niet allemaal door te berekenen naar de consument, besloten de grootste verzekeraars opnieuw de reserves aan te spreken. Dat deden ze ook vorig jaar al. De stijgende zorgkosten hebben dus veel minder te maken met de uitbraak van Covid-19. Ondanks dat de kosten voor dit virus stegen, lag veel andere zorg stil. Al met al compenseerde elkaar dat zo ongeveer.
Stijging van tussen de 3,5 en 9 procent
Hoewel de premiestijgingen dus binnen de perken blijven is de verwachting dat dit volgend jaar anders zal zijn. Procentueel overigens, stegen de zorgpremies voor 2021 met tussen de 3,5 en 9 procent.